Profetie van Jezus over zijn komst

Wel of geen opname van de gemeente?

In veel kerken is het begrip ‘Opname van de gemeente’ iets vreemds, of zelfs iets wat men helemaal niet kent. Vaak wordt het onderwerp uit de weg gegaan als het gaat over de terugkomst van Jezus. Want de meeste christenen hebben nu eenmaal geleerd dat Jezus ooit op een dag – niemand weet wanneer – terug zal komen naar de aarde.

Zo spreekt ook de Catechismus daarover, evenals de diverse geloofsbelijdenissen die in vele kerken elke zondag worden uitgesproken. Vaak ook wordt in de adventsperiode gepreekt over de komst van Jezus, waarbij ook zijn komst die nog in de toekomst ligt aan de orde komt. Toch zal het dan vaak gaan om dat ene toekomstige moment, waarop Jezus terugkomt naar de aarde, om daar zijn koninkrijk te vestigen.

Maar klopt dat wel? Gaan al die keren dat het in de Bijbel gaat over de terugkeer van Jezus wel over zijn komst naar de aarde? Dat is maar zeer de vraag.

Jezus’ uitspraak in Johannes 14

Om hier over na te denken gaan we eens kijken naar wat Jezus zelf zegt in Johannes 14:1-4:

‘(1) Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. (2) In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? (3) Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. (4) Jullie kennen de weg naar waar Ik heenga.’

Veel  christenen kennen deze tekst bijna uit het hoofd, zo bekend is hij. En toch is het maar de vraag of zij allen wel weten wat Jezus hier nu eigenlijk zegt. Velen denken dat Jezus hier zegt dat Hij terugkomt naar de aarde zodra hij klaar is met plaats bereiden. Maar zegt Jezus dat wel?

Jezus begint hier met een bemoediging, een aanmoediging om niet ongerust te zijn, maar om op God en op Hem te vertrouwen. Hij zei dit tegen zijn leerlingen, die kennelijk ongerust waren over zijn woorden over het lijden dat Jezus te wachten stond.
Tegelijk had Jezus even ervoor ook gezegd dat Hij naar zijn Vader zou gaan. Daar gaat Jezus dan vervolgens op in. Hij zegt dan dat Hij, als Hij eenmaal bij zijn Vader in de hemel is gekomen, in dat huis van zijn Vader een plaats gereed zal maken. Daar zijn immers veel kamers.

Wie zijn ‘jullie’?

Jezus spreekt hier tegen zijn leerlingen, maar het staat ook in de Bijbel opgeschreven. Veel van wat Jezus aan zijn leerlingen vertelde, gaf Hij op die manier ook door aan de latere lezers van de Bijbel, ook aan ons. Daarom mogen we de woorden die Jezus tegen zijn leerlingen zei ook op onszelf betrekken. Als je een gelovige christen bent, hoor je ook bij die ‘jullie’, dan ben je immers ook een van zijn leerlingen!

Ook voor ons zal Jezus plaats bereiden in een van de vele kamers bij de Vader. Dat wil zeggen dat ook wij later in een van die kamers mogen gaan wonen. En ‘bij de Vader’ wil zeggen: in de hemel. Want daar is het immers dat Jezus plaats voor ons in gereedheid brengt.
Dat is de eerste aanwijzing dat het de bedoeling is dat we als gelovige mensen later in de hemel zullen wonen, in de kamers die dan door Jezus gereed gemaakt zijn.

Jezus komt terug

Daarna zegt Jezus dat Hij terugkomt zodra hij klaar is met zijn voorbereidingen in de hemel. Dat zal voor de leerlingen vast en zeker een geruststelling zijn geweest. En dat mag het ook voor ons zijn.

Maar dan moeten we opletten op wat Jezus vervolgens zegt. Hij zegt namelijk dat Hij ons daarna met zich mee zal nemen! En dat we daarna zullen zijn waar Hij is.
Dat zegt Jezus niet alleen tegen zijn leerlingen op dat moment, maar ook tegen zijn leerlingen van alle tijden, ook tegen ons, die nu op aarde leven. Op de dag dat Jezus terugkomt, zoals Hij dat hier beschrijft, zullen er nog vele honderden miljoenen christenen op de wereld leven.

Maar wat betekent het dan dat Jezus ons zal ‘meenemen naar waar Hij is’?

Jezus zal ons ‘meenemen’

Als Jezus zegt dat Hij ons zal meenemen, kan dat niet betekenen dat Hij alleen maar naar ons toe komt. Het kan ook niet betekenen dat Hij ons zal ‘meenemen’ naar de aarde, want daar zijn we immers nog?! Daar komt nog bij dat Jezus erbij zegt dat wij vervolgens zullen zijn waar Hij is.

Jezus zal ook eens terugkomen naar de aarde, zoals Hij met Hemelvaart naar de hemel is gegaan. Zijn leerlingen kregen toen te horen dat Hij zal terugkomen op dezelfde manier als Hij is opgevaren. Dat ging via een wolk, een Godswolk – geen regenwolk – en de boodschap is ook dat ‘iedereen’ op aarde Hem zal zien terugkomen (Mat.24:30, Openb.1:7).

In het Bijbelgedeelte over Jezus die terugkomt nadat Hij de kamers in gereedheid heeft gebracht, ofwel ‘plaats heeft bereid’, vinden we niets van dat alles. Alleen dat Hij zal terugkomen en ‘jullie’, al zijn leerlingen, ofwel gelovige christenen, zal meenemen. Dan zullen zij allemaal zijn waar Hij is.

Waar zal Jezus dan zijn?

Jezus vertelt dit aan zijn leerlingen, aan ons allemaal, op het moment dat Hij nog op aarde is. Maar in zijn vertelling beschrijft Hij wat er in de hemel gebeurt, nadat Hij daar naartoe is gegaan. Op dat moment is dat de plek waar Hij dan is.
Vervolgens komt Hij terug om ons mee te nemen, zodat wij zullen zijn waar Hij dan is. Dat moet dan wel in de hemel zijn.

En dat is ook logisch, zoals we eerder al zagen, omdat ‘meenemen’ niet naar de aarde kan zijn. Jezus zegt er zelfs ten overvloede nog bij (vers 4) dat ‘jullie’, dat zijn wij, de weg kennen naar waar Hij heengaat. Daarmee verwijst Jezus weer naar zijn hemelvaart. De hemel is de plek waar Hij zal zijn. En dat is ook de plek waar wij dan met Jezus zullen zijn.

Is dat dan de Opname van de gemeente?

Velen zien dat niet zo. Maar volgens mij geeft Jezus in deze woorden een aanwijzing dat Hij op een dag naar de aarde terugkomt, niet om op de aarde af te dalen waarbij alle mensen Hem zullen zien, maar om tot boven de aarde te komen. Dan zal iedereen die in Hem gelooft vanaf de aarde opstijgen naar Jezus, met een veranderd lichaam. Dat noemen we de Opname van de gemeente.

Ook alle doden die in Jezus geloofd hebben zullen dan opstaan met een veranderd lichaam. En daarna zullen zij, samen met de levende gelovigen op die dag door Jezus meegenomen worden naar de hemel, om voor altijd daar bij Hem en bij God te wonen. Dat het zo zal gaan kun je lezen in 1Tess.4:13-18. (Zie daarover ook dit artikel.)

Lees over die gebeurtenis ook maar eens Mat.24:40-42 en 1Kor.15:51-53.

Dat moment van opstijgen naar Jezus en met Hem meegaan naar de hemel, dat we de Opname noemen, is een heel andere gebeurtenis dan de terugkomst van Jezus naar de aarde, die een aantal jaren later zal plaatsvinden.
Eerst zal er de Opname van de gemeente van gelovige christenen zijn. Dat is de eerstvolgende grote gebeurtenis op de kalender van Gods heilsplan. Laten we zorgen dat we wakker en waakzaam zijn, om niet door deze grote dag overvallen te worden!