De profetische droom van Nebukadnessar

Geen Fake News

Aan het einde van de zevende eeuw voor Christus was Nebukadnessar de machtige koning van het Babylonische Rijk. Rond 605 vC deporteerde hij de Israëliërs uit Judea, de Joden, naar Babel. Ook de jonge Daniël was een van hen. Meer over Daniël vind je hier.

Het was nog maar een of twee jaren later dat Daniël al bij de wijzen van Babel hoorde. In die tijd kreeg koning Nebukadnessar een droom (Daniël 2). Deze droom zorgde bij hem voor onzekerheid en hij wilde weten of die droom een betekenis had. Daarvoor trommelde hij een aantal van zijn wijze mannen op, die hem al vaker van dergelijke raad hadden voorzien. Maar deze keer was anders. De koning vertrouwde zijn droom niet, maar ook zijn wijzen niet. Kennelijk wist hij wel dat ze hem soms maar wat op de mouw speldden. Ook in die oude tijden was er al sprake van fake news…

Hij stelde hen daarom een vreemde vraag. Hij wilde dat ze niet alleen zijn droom zouden uitleggen, maar hem ook vertellen wat hij gedroomd had. De wijzen drongen er bij hem op aan om toch te vertellen wat hij gedroomd had, maar dat irriteerde de koning. Daarom zei hij hen dat alle wijzen ter dood gebracht zouden worden als ze hem niet konden vertellen wat hij gedroomd had.

God laat Daniël de droom zien

Ook Daniël en zijn vrienden hoorden bij die wijzen en liepen dus gevaar. Toen Daniël daarvan hoorde vroeg hij om uitstel en kreeg die ook. Daarop gingen hij en z’n vrienden in gebed tot God.
God wilde aan de mensheid zijn toekomstplan duidelijk maken en gebruikte daarvoor de machtigste man van de wereld. En God had besloten dat Daniël zijn tolk, zijn profeet moest worden.

Daniël kreeg dan ook precies dezelfde droom te zien die Nebukadnessar had gezien. God vertelde hem daarnaast wat de betekenis van deze droom was. En dat Daniël die aan Nebukadnessar duidelijk moest maken. Zo moest deze grote koning leren dat er Iemand was die groter en machtiger was dan hij.

Dat was de boodschap die Daniël aan Nebukadnessar moest overbrengen. En de koning luisterde.

Droom over een toekomst die al vast ligt

Daniël vertelde Nebukadnessar dat God hem een kijkje in de toekomst had gegeven. Want zijn droom ging over de toekomst, waarin de wereldrijken elkaar zouden opvolgen. Daniël zei het volgende tegen de koning:

Dan.2:27-29 Wijzen, bezweerders, magiërs noch waarzeggers kunnen het mysterie dat de koning wil begrijpen aan hem onthullen. Maar er is een God in de hemel die mysteries onthult. Hij heeft koning Nebukadnessar laten weten wat er aan het einde van de tijd zal gebeuren. (…) Hij die mysteries onthult, heeft u laten weten wat de toekomst zal brengen.

Koning Nebukadnessar moest weten dat God de toekomst heeft bepaald. Hij liet aan deze heidense koning weten wat de toekomst zal brengen. Kennelijk ligt die toekomst al in grote lijnen vast, anders kon God dat niet aan de koning laten zien. Via de droom, dat visioen mocht Daniël als Gods profeet het plan onthullen dat God met deze wereld heeft.

De droom

Vervolgens vertelt Daniël aan koning Nebukadnessar wat hij gedroomd heeft:

Dan.2:31-35 U, majesteit, hebt een visioen gehad. U zag een groot beeld. Dat beeld was reusachtig en bezat een prachtige glans. Het stond voor u en de aanblik ervan was afschrikwekkend. Het hoofd van het beeld was van zuiver goud, zijn borst en armen waren van zilver, zijn buik en heupen van brons, zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer, deels van leem. U zag hoe een steen losraakte, zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam, hoe de steen tegen de ijzeren en lemen voeten van het beeld sloeg en ze verbrijzelde. Op hetzelfde ogenblik verpulverden het ijzer, leem, brons, zilver en goud. Het werd als kaf op een dorsvloer in de zomer; de wind voerde het mee, totdat er geen spoor meer van te vinden was. Maar de steen die tegen het beeld was geslagen, werd een hoge berg die de hele aarde bedekte.

Een hoofd van goud

De borst en armen van zilver

De buik en heupen van brons

De benen van ijzer

De voeten van ijzer en leem

Dit was de droom die de koning gezien had. Daniël zei echter dat het niet zomaar een droom was, maar een visioen. In dat visioen had Nebukadnessar een groot standbeeld van een mens gezien, dat opgebouwd was uit vier metalen. Het vreemde was dat de voeten, die het beeld droegen, kennelijk het zwakste deel van het hele beeld waren. Die voeten bestonden weliswaar uit ijzer, hetzelfde metaal als de benen, maar het was verzwakt. Het had allerlei holtes die met leem waren gevuld.

De betekenis van het visioen

Daniël had van God ook de uitleg te horen gekregen. God wilde immers aan koning Nebukadnessar, en op die manier ook aan ons, laten weten wat zijn plan met de wereld was. Hij wilde bekend maken hoe de toekomst er in grote lijnen uit zou zien:

Dan.2:36-41 Dit was uw droom en nu zullen wij de koning zeggen wat hij betekent. U, majesteit, koning der koningen, aan wie de God van de hemel het koningschap, en macht, kracht en eer heeft verleend, (…) u bent dat hoofd van goud! Na u zal een ander koninkrijk opkomen, minder machtig dan het uwe, en daarna nog een, van brons, dat zal heersen over de hele aarde. Een vierde koninkrijk ten slotte, zal hard als ijzer zijn. IJzer verbrijzelt en vermorzelt alles, en net als verpletterend ijzer, zal het al die andere rijken verbrijzelen en verpletteren. U zag dat de voeten en tenen voor een deel uit pottenbakkersleem en voor een deel uit ijzer bestonden; dat betekent dat het koninkrijk verdeeld zal zijn.

Dan legt Daniël uit dat de verdeeldheid van dit koninkrijk het tot een broos geheel zal maken, hoewel ook de kracht van het ijzer aanwezig is. Daniël zegt dat de ijzeren en lemen delen zich zullen ‘vermengen in het nageslacht’, maar zonder een eenheid te vormen. IJzer laat zich immers niet met leem verbinden.
Daarna komt de steen:

Dan.2:44-45 Maar ten tijde van die koninkrijken zal de God van de hemel een rijk laten opkomen dat nooit te gronde zal gaan en dat nooit op een ander volk zal overgaan. Het zal al die koninkrijken verbrijzelen en vernietigen, maar zelf zal het eeuwig bestaan – precies zoals u zag dat de steen van de berg losraakte, zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam, en het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning laten weten wat er in de toekomst te gebeuren staat. De droom is waar en de uitleg betrouwbaar.

Het besef van Nebukadnessar

Toen koning Nebukadnessar de uitleg gehoord had, besefte hij wel dat dit niet zomaar een uitleg was. Hij besefte kennelijk de enorme betekenis van die uitleg. Dat vertelde hij ook tegen Daniël:

Dan.2:47 De koning zei tegen Daniël: ‘Het is waar, uw God is de God der goden en de Heer der koningen. Hij onthult mysteries en daardoor hebt u dit mysterie kunnen onthullen.’

Vervolgens geeft de koning aan Daniël een hoge functie en veel geschenken. Daniël werd zelfs benoemd tot hoofd van alle wijzen. Hij was toen nog geen twintig jaar oud!

De geschiedenis bewijst de waarheid van de uitleg

Als we de uitleg die Daniël aan koning Nebukadnessar gaf tegen het licht van de geschiedenis houden, kunnen we daarin de grote lijnen duidelijk herkennen. Wel moeten we daarbij bedenken dat de Bijbel draait om Israël en Gods relatie met dat volk. De koninkrijken uit de droom moeten dan ook allemaal iets te maken hebben met Israël.
Tegelijk is het goed om Bijbelse informatie te combineren. Er zijn namelijk ook twee parallelle visioenen, die Daniël zelf kreeg. Dat zijn het visioen van de vier dieren (Dan.7) en het visioen van de ram en de geitenbok (Dan.8). Ook dit zijn visioenen over de toekomst, vergelijkbaar met die van de droom. Zodoende weten we dat het beeld een afbeelding is van de wereldgeschiedenis waarin mensen de macht hebben. De steen is een beeld van Jezus, die een einde maakt aan de regering van mensen. De berg is een beeld van het rijk van Jezus na zijn wederkomst.

Als je wilt weten hoe dit standbeeld een afbeelding is van Gods plan met de wereldgeschiedenis, en wat het rijk voorstelt dat bestaat uit ijzer en leem, ga dan naar de volgende pagina: Nebukadnessars droom over een verre toekomst.

In het boek wordt deze profetie veel uitvoeriger toegelicht en uitgelegd.