De Opname van de gemeente: feit of fictie?

Een aantal jaren geleden kwam er een boek uit met de titel ‘De Opname: feit of fictie?’ In dit boek werd het Bijbelse gegeven van de Opname van de gemeente, van de christenen wereldwijd, uitgelegd.
Staat die Opname nu wel of niet in de Bijbel? En zo ja, hoe staat dat er dan precies?

Paulus stuurt een brief

De apostel Paulus had in de gemeente van Tessalonica verteld over Jezus, die op een dag zal terugkomen vanuit de hemel. Vanaf dat moment zal het lijden voorbij zijn. Dan zullen zijn gemeenteleden voor altijd bij Jezus zijn. Maar nadat Paulus vertrokken was en er gelovigen uit hun gemeente stierven, begonnen sommigen aan zijn woorden te twijfelen. Waar bleef Jezus dan? En wat ging er met de overledenen gebeuren? Ze stuurden Paulus een brief met hun vragen. Vervolgens stuurde Paulus zijn antwoorden middels een brief. En die brief van hem staat in de Bijbel.

Paulus over dood en opstanding

In zijn brief gaf Paulus ook antwoord op bovenstaande vragen. Dat antwoord vinden we in 1Tessalonicenzen 4:13-18, waar het volgende staat:

(13) Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over degenen die u ontvallen zijn, zodat u niet hoeft te treuren, zoals anderen, die geen hoop hebben. (14) Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden bij zich zal halen, samen met Jezus zelf. (15) Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. (16) Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, (17) en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn. (18) Troost elkaar met deze woorden.

Veel christenen geloven dat Jezus ooit op een dag zal terugkomen. En ook dat dit een eenmalige gebeurtenis is waarbij Jezus vanuit de hemel terugkomt naar de aarde en dan daar Koning van de wereld zal worden.
De meeste van hen lezen bovenstaande tekst ook in dat licht. Ze lezen hierin de terugkomst van Jezus naar de aarde. Maar staat dat er eigenlijk wel?

Wat gebeurt er volgens Paulus met de gelovigen die overleden zijn?

Om daar achter te komen moeten we goed lezen wat er staat.
Dat begint bij vers 13 met de mededeling van Paulus dat hij iets gaat vertellen over degenen die ‘ontvallen’, ofwel overleden zijn. Zijn reden om dit te vertellen is om ervoor te zorgen dat die gelovigen in Tessalonica niet hoeven te treuren. En dat geldt ook voor ons.
Dan gaat hij in vers 14 verder met wat daarvoor nodig is, namelijk dat we geloven in God en in Jezus die is gestorven en opgestaan. Als we dat geloven, zegt Paulus, dan moeten we ook geloven dat God door Jezus de doden bij zich zal halen, samen met Jezus zelf.

Het gaat hier kennelijk over een opstanding van overleden gelovigen, die door God naar de hemel gehaald worden. God haalt hen immers bij zich. En Jezus is het middel daarvoor. Jezus komt uit de hemel om de dode gelovigen op te halen, waarna ook Jezus zelf weer terug bij God zal zijn.

Dan zegt Paulus in vers 15 zelfs dat hij dit zegt op grond van wat hij van Jezus heeft gehoord. Het is immers ‘een woord van de Heer’, van Jezus zelf. Vervolgens zegt hij dat de gelovige mensen die op het moment van deze komst van Jezus op aarde leven, de doden niet zullen voorgaan. Kennelijk gaan eerst de doden naar Jezus toe, en daarna ‘pas’ de dan levende christenen. Maar eigenlijk gebeurt het allemaal zo ongeveer tegelijk, want het gebeurt ineens, in een oogwenk.

Gaat het hier over Jezus’ terugkomst naar de aarde?

In vers 16 vertelt Paulus in hoeverre dit hoorbaar of misschien zelfs zichtbaar is. Hij heeft het over een signaal, de aartsengel die zijn stem verheft en de bazuin van God. Het is niet duidelijk of iedereen op aarde dat allemaal zal horen, of alleen de mensen die met Jezus zullen meegaan. Toch denk ik dat er voor de achterblijvers op aarde weldegelijk iets te horen zal zijn.

Zodra dat geluid klinkt zal de Heer zelf, Jezus, uit uit de hemel neerdalen. Daarna zullen eerst de doden opstaan die in hun leven in Jezus’ dood en opstanding geloofd hebben. Dan zullen vervolgens ook de gelovigen die op dat moment op aarde leven, samen met al die doden op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer Jezus tegemoet.
Al die opgestane christenen die eerder overleden waren, én al die christenen die op dat moment leven, zullen als het ware van de aarde wegvliegen, naar boven de wolken, naar Jezus, die al die mensen in de lucht zal ontmoeten.

Hoe veel christenen dit lezen

Er zijn veel christenen die hierin de komst van Jezus naar de aarde zien. De redenering is dan dat al die gelovigen, doden en levenden, naar Jezus toe gaan, om vervolgens met Hem naar de aarde te komen. Er wordt dan specifiek gekeken naar het woordje ‘tegemoet’ (en gaan we in de lucht de Heer tegemoet). In sommige betekenissen kan dat woordje de betekenis hebben van ‘tegemoet om samen terug te keren’. De vergelijking wordt dan gemaakt met het inhalen van een koning, waarbij de bevolking van de stad uitloopt, om samen met die koning al feestvierend terug te lopen, de stad in.

Er is bij die redenatie echter een groot probleem. Ook al zou dat woordje ‘tegemoet’ die betekenis kunnen hebben – maar net zo goed een andere betekenis als ‘tegemoet om samen te vertrekken’ of als ‘tegemoet om daarna via gescheiden wegen verder te gaan’ – dan nog is er het probleem van de context.

De context spreekt duidelijk van vertrek naar de hemel

Het draait in deze tekst namelijk helemaal niet om ‘Jezus tegemoet gaan’. Het kernwoord is juist ‘weggevoerd worden’ (wij zullen samen met hen op de wolken worden weggevoerd). Eigenlijk staat er ‘weggegrist’, zo plotseling gaat het. Zie ook deze webpagina.
Daar komt nog bij dat er vervolgens ook nog staat: ‘Dan zullen we altijd bij Hem zijn.’ Dat zou een vreemde zin zijn, wanneer we met Jezus zouden terugkeren naar de aarde. Niet dat we in dat geval niet bij Jezus zouden kunnen zijn. Maar als we met Jezus terugkeren naar de aarde (zijn wederkomt), dan zou Jezus Koning worden. Dan zou Hij vanuit Jeruzalem over de wereld regeren, weten we uit andere teksten. Hoe zullen we dan altijd bij Hem zijn?

Nee, het is veel meer voor de hand liggend om ‘altijd bij Hem te zijn’, wanneer dat in de hemel is. En kijk ook nog een keer naar vers 14. Het is God die de doden bij zich zal halen. Jezus is het middel daartoe. God woont in de hemel, dus het is niet meer dan logisch dat dat de richting is waarnaar al die dode en levende gelovigen op weg zullen gaan, samen met Jezus. Geen terugkeer naar de aarde van Jezus en al die mensen. Maar juist terugkeer naar de hemel voor Jezus, en wij mogen met Hem mee. Dat vertelde Jezus zelf ook al, in Johannes 14. Kijk hier voor de uitleg van die tekst.

En dat hele proces, dat zich in een oogwenk zal voltrekken, noemen we de Opname van gelovige christenen.

De Opname is een troost

Paulus sluit zijn uitleg af met de aanmoediging aan zijn lezers om elkaar te troosten met die woorden. Het zijn immers woorden van hoop. Want het betekent dat alle gelovige christenen op een dag zullen worden opgehaald, ongeacht of ze dan leven of al overleden zijn. Dat is geen goedkope ontsnappingsroute, maar het is een beloning voor hen die ondanks alles vastgehouden hebben aan hun vertrouwen op God, Jezus en de Bijbel. Het is genade.

In het boek wordt het onderwerp van de Opname veel verder uitgewerkt. Deze tekst van Paulus aan de Tessalonicenzen is daarbij een sleuteltekst. Ook veel andere Bijbelteksten die over de Opname van de gemeente gaan, worden daar uitgebreid toegelicht. Zo krijg je een goed beeld van wat er tijdens die Opname allemaal gebeurt, en hoe dit in Gods tijdschema past.