18 januari 2025
Veel mensen vragen zich af of het begrip ‘meegenomen of achtergelaten’ te maken heeft met de Opname van de gelovigen of met de Wederkomst van Jezus. Diverse bekende en minder bekende Bijbelleraren, zowel uit Nederland als uit andere landen, leggen uit dat dit met de Wederkomst te maken heeft. Anderen zeggen dat het bij de Opname hoort. Dat kan natuurlijk voor de nodige verwarring en twijfel zorgen, want wie heeft er nu gelijk? Of hebben die verschillende uitleggingen misschien allemaal iets van waarheid in zich? Daar komt nog bij dat het woord ‘meegenomen’ in de oude en de herziene Statenvertaling ook nog vertaald wordt met ‘aangenomen’. Het maakt het allemaal niet eenvoudiger. Daarom gaan we daar in dit langere artikel wat dieper op in.
Terug naar de basis – Mat.24
Om goed te kunnen uitzoeken wat er precies in de Bijbel staat geef ik hier nu eerst de Bijbeltekst weer waarin die begrippen ‘meegenomen’ en ‘achtergelaten’ staan, zoals die door Matteüs is opgeschreven (NBV21):
Mat.24: 39b-42 Zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt. Dan zullen er twee op het land aan het werk zijn, van wie de een zal worden meegenomen en de ander achtergelaten.
Van twee vrouwen die met de molensteen aan het malen zijn, zal de ene worden meegenomen en de andere achtergelaten. Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.
De context laat zien (vers 39b) dat Matteüs dit koppelt aan de komst van de Mensenzoon. Direct voorafgaand daaraan vertelt Matteüs dat de komst van de Mensenzoon vergeleken kan worden met de dagen van Noach, toen plotseling de vloed kwam die iedereen onderdompelde in rampspoed, maar Noach en zijn gezin daaruit redde.
In de laatste zin van bovenstaande tekst (vers 42) zegt Matteüs erbij dat we dus waakzaam moeten zijn, omdat we niet weten op welke dag Jezus komt.
Kennelijk heeft ‘meegenomen of achtergelaten’ iets te maken met de komst van de Mensenzoon, van Jezus. Nu komt Jezus voorafgaand aan de zevenjarige verdrukking terug tot in de lucht, om alle gelovige christenen op te halen bij de Opname van de gemeente. Maar ook komt Jezus aan het einde van die periode op de wolken terug naar de aarde, net zoals de leerlingen Hem hebben zien weggaan bij de Hemelvaart (Hand.1:9-11).
Terug naar de basis – Luc.17
Ook Lucas vermeldt deze dingen en heeft dat als volgt opgeschreven:
Luc.17: 34-35 Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
Twee vrouwen zullen samen aan het malen zijn: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
Deze tekst van Lucas staat natuurlijk eveneens binnen een bepaalde context, alleen wijkt die context af van die van Matteüs. Lucas heeft het, net als Matteüs, ook over ‘de dagen van Noach’ en daarnaast zelfs nog over die van Lot, en zegt vervolgens dat het zo zal gaan wanneer de Mensenzoon wordt geopenbaard. Tot zover komen beide teksten van Matteüs en Lucas zo op het oog overeen.
Vervolgens vermeldt Lucas echter ineens iets over dat ‘wie op het dak van zijn huis is niet naar beneden moet gaan om nog bezittingen te gaan halen en wie op het land is moet niet naar huis terugkeren’. Ten overvloede waarschuwt Lucas de mensen nog voor wat de vrouw van Lot overkwam en dat wie het leven wil behouden dit zal verliezen. Pas daarna gaat het over de twee mensen waarvan er een wordt meegenomen en een achtergelaten.
Hierna volgt dan nog een zin waarin Jezus het heeft over ‘waar een lijk is verzamelen zich de gieren’. Deze verschillen tussen beide contexten zorgen voor veel verwarring.
Hoe moet je zoiets nu interpreteren?
Als je de tekst van Matteüs leest dan zit daar een zekere logica in. Matteüs heeft zijn Bijbelboek heel gestructureerd opgezet. Hij heeft alles geordend en qua onderwerpen bij elkaar gehouden. Binnen elk onderwerp zit wel een zekere tijdvolgorde, maar zijn boek is niet chronologisch opgebouwd. Wat Jezus op verschillende momenten vertelde over de toekomst staat bij Matteüs dan ook bij elkaar in Mat.24 en 25. En binnen dat geheel vertelt hij eerst over de toekomst voor Israël en pas daarna (vanaf vers 32) over de toekomst voor de christelijke gemeente.
Lucas heeft zijn evangelie op een heel andere manier opgezet. Hij zegt zelf dat hij alles nauwkeurig heeft uitgeplozen en vanaf het begin tot aan de Hemelvaart opgeschreven. Kennelijk heeft Lucas geprobeerd om dat allemaal zo chronologisch mogelijk te houden. Ook vertelt hij dat hij daarvoor nog ooggetuigen heeft gesproken.
Ook goed om te weten is dat zowel Matteüs als Lucas hun evangelie pas een halve eeuw na Jezus’ hemelvaart hebben opgeschreven. Beiden hebben allicht het evangelie van Marcus als basis gebruikt. Matteüs zal als Jood en kenner van het Jodendom, én als gestructureerd denker allicht goed hebben aangevoeld wat er rondom Jezus allemaal gebeurd is. Ook zal hij via zijn Joodse netwerk nauwkeuriger geweten wat Jezus zoal verteld heeft. Bij Lucas is dat heel anders. Hij was geen Jood, hoewel hij wel het Marcus-evangelie kende. Anderen hebben hem alles verteld, maar toch zijn bij hem kennelijk details in de chronologie wat ondergesneeuwd. Ik denk dat dit hier het geval is.
Verschil in context tussen Lucas en Matteüs
Lucas vertelt in vers 31 over de waarschuwing van Jezus om op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard niet nog bezittingen te gaan halen en wie op het land is moet niet nog naar huis gaan. Hij heeft er niet bij gezet dat die mensen moeten vluchten. Daar gaat het echter wel om, want dan zal de rampspoed enorm worden en zullen velen omkomen.
Matteüs plaatst precies dezelfde woorden van Jezus in een heel andere, veel gedetailleerdere context. In Mat.24 vanaf vers 15 schrijft Matteüs dat Jezus opgeroepen heeft om te vluchten wanneer de ‘verwoestende gruwel’ wordt opgericht in de tempel in Jeruzalem. Die ‘gruwel’ is een groot afgodsbeeld. Wie op het dak is moet dan geen bezittingen gaan halen en wie op het land is moet niet naar huis gaan om nog wat op te halen. Matteüs heeft erbij gezet dat het dan een rampzalige tijd zal zijn en een tijd van ‘Grote Verdrukking’.
In het geheel van de eindtijdprofetieën past de vertelling van Matteüs naadloos. Daarbij legt hij duidelijk uit waarom de mensen dan moeten vluchten en niet nog spullen moeten gaan halen. Lucas doet dat allemaal niet. Daarbij is de context van Lucas ook helemaal niet logisch, want hij koppelt die vlucht aan ‘de verschijning van de Mensenzoon’. Uit andere teksten weten we dat wanneer Jezus aan het einde van de Grote Verdrukking terugkomt naar de aarde, dat er dan voor de Israëlieten helemaal geen reden meer is om te vluchten. Sterker nog, Matteüs zegt erbij dat wanneer Jezus terugkomt, de mensen die het zien, vol verbazing en verdriet zullen reageren (Mat.24:30). Vluchten is dan niet meer nodig omdat de rampen voorbij zullen zijn.
De vreemde context bij Lucas
Het lijkt er dan ook sterk op dat de chronologie bij Lucas nogal rammelt. Lucas heeft die eindtijd-uitspraken via ooggetuigen gehoord, en zal zo een aantal van die belangrijke uitspraken van Jezus kennen. Maar het is moeilijk om die verschillende uitspraken in de goede volgorde te krijgen als je er zelf niet bij bent geweest. Lucas heeft die uitspraken vervolgens naar zijn beste weten op elkaar laten aansluiten. Het lijkt er sterk op dat dit bij Lucas niet in de volgorde is zoals Jezus de toekomst heeft uitgetekend. Kijk ook maar eens naar vers 25, die helemaal niet binnen deze eindtijd-teksten in Luc.17 thuishoort. De logica van Lucas is hier heel zwak, terwijl die van Matteüs juist heel sterk is. Daarom denk ik dat die tekst over het moeten vluchten (Luc.17:31-33) bij Lucas op een andere plek thuishoort (net als vers 25).
Als je dat gedeelte hier weglaat en dan opnieuw kijkt naar de tekst over ‘meegenomen of achtergelaten’, dan sluit het goed aan op ‘de komst van de Mensenzoon’ en dan komt het vrijwel overeen met zoals Matteüs het heeft opgeschreven. De volgorde van de tekst is dan volkomen logisch geworden. De vraag is dan nog wel om welke komst van Jezus het dan gaat: zijn komst bij de Opname of zijn komst naar de aarde.
Welke komst van Jezus?
Als we dan opnieuw naar Mat.24:39 kijken, dan gebruikt Matteüs voor ‘wanneer de Mensenzoon komt’ het woord ‘parousia’. Dit woord heeft eigenlijk altijd betrekking op de komst van Jezus bij de Opname en nooit bij zijn wederkomst naar de aarde. En bij Matteüs geeft ook vers 42 nog wat nadruk dat het om de Opname van de Gemeente gaat.
Bij Lucas is dat anders; hij spreekt over ‘verschijning’ of ‘openbaring’. Maar daar lijkt de volgorde van de gebeurtenissen een beetje uit de toon te vallen. Daarom mogen we er gerust vanuit gaan dat het hier gaat om de Opname. In het artikel ‘Meegenomen of achterlaten 2’ vind je hier meer uitleg over.
‘Meegenomen’ of ‘aangenomen’
We gaan nu op zoek om erachter te komen hoe het woord dat in de NBV21 vertaald is met ‘meegenomen’ en in de (herziene) Statenvertaling met ‘aangenomen’ nou eigenlijk vertaald moet worden. Daarvoor moeten we terug naar de oorspronkelijke Griekse tekst. Vertalen is vaak interpreteren, vooral bij boeken als de Bijbel waarin teksten meer betekenissen kunnen hebben. De vertaler kan meestal maar één betekenis gebruiken, terwijl het originele woord meer betekenissen kan hebben. Zo kan het Griekse woord ‘paralemphthesetai’ in onze tekst zowel ‘meegenomen’ als ‘aangenomen’ betekenen. Het hangt dus van de interpretatie van de vertaler af welk woord gekozen wordt.
Om erachter te komen welke vertaling het dichtst bij het origineel komt, gaan we op zoek naar dezelfde of hiervan afgeleide woorden in de Bijbel. Hierna heb ik een selectie opgenomen van zinnen waarin de basis van dat woord terugkomt. Daarbij heb ik de vertaling zo aangepast dat dit woord ook herkenbaar is:
Jozef, wees niet bang Maria bij je te nemen (Mat.1:20)
Dan gaat die boze geest weg en neemt hij zeven ander met zich mee (Mat.12:45)
Luistert hij niet, neem dan nog een of twee anderen mee (Mat.18:16)
Vervolgens nam Jezus zijn leerlingen mee naar een plek (Mat.26:36)
Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot (Mar.4:36)
…en er zijn nog allerlei andere tradities die zij aannemen, zoals (Mar.7:4)
Hij nam Petrus, Jacobus en Johannes met zich mee (Mar.14:33)
maar wie van Hem waren hebben Hem niet aangenomen (Joh.1:11)
…kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan (Joh.14:3)
…zodat ze uit elkaar gingen en Barnabas Marcus meenam naar Cyprus. (Hand.15:39)
Daarop nam Paulus de vier mannen met zich mee. (Hand.21:26)
…het evangelie dat u hebt aangenomen, dat uw fundament is (1Kor.15:1)
Wat jullie ook leerden en aangenomen hebben, wat ik jullie heb verteld (Filip.4:9)
Let erop dat u de taak die u van de Heer hebt aangenomen, ook vervult. (Kol.4:17)
Er zijn nog veel meer teksten waarin dit voorkomt. Maar uit bovenstaande voorbeelden zie je al dat er een duidelijk verschil is tussen ‘meenemen’ en ‘aannemen’, terwijl het grondwoord hetzelfde is. Bij ‘aannemen’ gaat het steeds om iets wat je geleerd hebt, om kennis, tradities of een taak. Bij de vertaling door ‘meenemen’ is er steeds de relatie met mensen, die anderen ‘met zich meenemen’.
Duiding van het woord ‘meegenomen’
In bovenstaande teksten zie je dat het woord ‘meenemen’ de notie heeft van ‘iemand neemt anderen met zich mee’. Ook Jezus vertelde dat Hij de gelovige christenen zal ophalen en ‘met zich meenemen’ naar het huis van de Vader (Joh.14:1-4).
Diverse Bijbeluitleggers zeggen dat ‘meegenomen’ de betekenis zou hebben van ‘meegenomen worden naar het oordeel’ en dat dit voor de ongelovigen geldt. En dat ‘achtergelaten worden’ zou betekenen dat iemand achterblijft om in het Vrederijk uit te komen. Maar dan moet je deze teksten al plaatsen tegen de achtergrond van de terugkeer van Jezus naar de aarde, dus aan het einde van de zevenjarige periode van rampspoed en verdrukking. Maar laten we dan eerst nog even kijken naar het woord ‘achtergelaten’.
‘Achtergelaten’
Ook voor het woord ‘achtergelaten’ moeten we terug naar de Griekse tekst. Dit woord is daar ‘aphietai’ (bij Matteüs) of ‘aphethEsetai’ (bij Lucas). Ook dit woord komt in diverse grammaticale vormen voor in het Nieuwe Testament. En ook hier heb ik bij de vertaling aangegeven hoe het basiswoord herkenbaar is:
Maar als jullie anderen hun misstappen niet vergeven (zullen achterlaten), zal jullie hemelse Vader ook jullie misstappen niet vergeven (achterlaten). (Mat.6:15)
…zal hij dan niet die 99 schapen achterlaten en op weg gaan (Mat.18:12)
…terwijl men het ene zou moeten doen zonder het andere na te laten. (Mat.23:23)
…jullie tempel wordt aan zijn lot overgelaten. (Mat.23:38)
Wie kan zonden vergeven (achterlaten) dan God alleen? (Mar.2:7)
Haar zonden zijn haar vergeven (achtergelaten), maar wie weinig wordt vergeven (achtergelaten), betoont ook weinig liefde. (Luc.7:47)
…er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven (zal worden achtergelaten) (Luc.21:6)
…dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen zal achterlaten. (Joh.16:32)
Als jullie iemands zonden vergeven (achterlaten), dan zijn ze vergeven (achtergelaten) (Joh.20:23)
…smeek de Heer of Hij uw verfoeilijke gedachten wil vergeven (achtergelaten) (Hand.8:22)
Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem worden vergeven (achtergelaten) (Jak.5:15)
Kinderen, ik schrijf u dat uw zonden u vergeven (achtergelaten) zijn omwille van zijn naam. (1Joh.2:12)
Uit bovenstaande teksten blijkt duidelijk dat het begrip ‘achtergelaten’ alles te maken heeft met wegdoen, verlaten, op afstand zetten. Dit begrip heeft daarmee een negatieve notie. In verreweg de meeste gevallen hangt het sterk samen met zonde. Het wordt vaak vertaald met ‘vergeving’, wat de betekenis heeft van het achterlaten/wegdoen/op afstand zetten van de zonde.
Dat iemand die ‘achtergelaten wordt’ in het mooie Vrederijk komt, is daarom een wat vreemde gedachte.
Conclusie:
Meegenomen of achterlaten wanneer mensen op het land werken of aan de molen of samen in bed liggen…
Meegenomen worden is vaak niet alleen, maar samen met anderen. Hier betekent het dat hij of zij samen met meer mensen zal worden meegenomen. Dat zal door Jezus zijn, zoals Hij zei in Joh.14:3 dat Hij zal komen en de gelovigen met zich mee zal nemen. Dat zal naar de hemel zijn. Meegenomen worden heeft dan ook meestal een positieve kleur.
Achtergelaten worden heeft daarentegen een negatieve kleur. Het heeft alles te maken met afkeuring, met zonde, met op afstand zetten. Wanneer iemand achtergelaten wordt, zal hij of zij niet in een fijne, paradijselijke omgeving achterblijven, maar eerder in een donkere, angstige omgeving. De tekst geeft sterk de indruk dat de oorzaak van het achterblijven ligt in de zonde, het niet vergeven zijn, als het ware in de zonde achtergebleven zijn. Zonde schept afstand tussen God/Jezus en de mens en ook die afstand wordt gevangen in het begrip ‘achtergelaten’.
Daarmee wordt ook de tekst waarin de een wordt meegenomen en de ander wordt achtergelaten duidelijk. Het kan eigenlijk alleen gaan om het samen met veel anderen meegenomen worden, niet naar een treurige, maar juist naar een prachtige plek. De ander die achterblijft, blijft niet achter in het mooie Vrederijk, maar op een plek waar het donker en angstig is.
Daarom kunnen deze teksten in Matteüs en Lucas alleen maar gaan over de Opname van de gemeente. Daarbij zullen de gelovige christenen ‘worden meegenomen’ met Jezus naar de hemel. De mensen die ‘achterblijven’ op deze aarde zullen terecht komen in de zevenjarige periode van verdrukking en rampen. Dan zullen ze tot de ontdekking te komen dat ze de verkeerde keus hebben gemaakt, of enorme spijt hebben dat het hen nooit geïnteresseerd heeft.
Maak de goede keuze!
Zorg dat je de goede keuze maakt, de keuze voor God, voor Jezus en voor de Bijbel. Als je nog niet gekozen hebt, doe dat dan snel, want de Opname staat voor de deur. Voorkom dat je te laat bent!