De Bijbelse vijanden van Israël zijn nog springlevend

Het Oude Testament van de Bijbel gaat over de relatie tussen God en zijn volk Israël. God had een verbond met Israël gesloten, als een soort huwelijksverbond. Maar het volk schoof dat verbond regelmatig aan de kant en koos voor afgoderij en vergaande relaties met andere volken. Via zijn profeten heeft God het volk regelmatig aangeklaagd. Maar Israël wilde meestal niet luisteren.

Gods straf en Israëls inkeer

Steeds als Israël zijn God vaarwel zegde, kwamen er eerst waarschuwingen. Maar als het volk zich niets aantrok van Gods boodschappers, de profeten, dan liet God weten dat dit consequenties zou hebben. De straf hoefde niet meteen te volgen, maar kon ook vele jaren of zelfs decennia of eeuwen later nog voltrokken worden. Wel liet God dan via zijn profeten weten dat de aanvallen van vijanden, de deportaties of de hongersnood een gevolg was van hun ontrouw aan God.

Als het volk daarna tot inkeer kwam, dan zorgde God ook steeds weer voor verlossing. Dan werden hun vijanden soms wonderlijk verslagen, of kwamen ze vanuit hun ballingschap terug naar hun land, of werden de oogsten weer overvloedig.

Het was steeds Gods bedoeling dat ook de omliggende volken, en eigenlijk de hele wereld, Hem zou leren kennen. Dat zou via zijn volk Israël moeten lopen. Israël zou (en had) moeten verkondigen dat hun God een God van wonderen is, een God die met liefde naar mensen kijkt. Ook andere volken hadden dat via Israël moeten leren herkennen. Zo hadden ook zij op diezelfde God moeten gaan vertrouwen. Dat was Gods bedoeling en dat was zijn opdracht aan Israël.

Andere volken hadden kunnen weten van Gods relatie met Israël

Israël ging echter een andere weg, zijn eigen weg, niet Gods weg. Daardoor deden andere volken vaak minachtend over Israël. Daardoor dachten ze dat Israël een makkelijke prooi was. En soms liet God dat toe, als de tijd voor zijn straf was aangebroken. Dan stuurde God vijanden op Israël af.
Tegelijk kenden veel volken ook wel hun geschiedenis en wisten ze wel dat Israël een bijzonder volk was. Ze hadden wel gehoord hoe dat volk op een wonderlijke manier uit Egypte was verlost. Maar ze trokken zich er meestal niets van aan. Ook zij gingen hun eigen weg.

Die andere volken hadden ook hun eigen goden. Vaak hadden ze beelden gemaakt die ze dan ‘hun god’ noemden en waarvoor ze knielden en die ze aanbaden. Ook werden allerlei offers aan die afgodsbeelden gebracht. Meestal waren dat dierenoffers, maar soms ook mensenoffers en werden zelfs kinderen en baby’s levend in het offervuur gegooid.
Ook in Israël gebeurde dat soms, en werden die rituelen gekopieerd. De Israëlieten hadden allerlei argumenten om de afgoderij van hun buurvolken over te nemen, maar God beschouwde het allemaal als overspel, als een breuk met Hem, als de tong uitsteken naar nota bene hun Schepper. Zij hadden bij uitstek kunnen weten wie God is, en dat Hij voor hen een God van vrede, welzijn en liefde wilde zijn. Maar ze kozen regelmatig voor Gods grote vijand, de duivel. Want in essentie is afgoderij aanbidding van de duivel.

God strafte ook Israëls vijanden

Vaak waren andere volken de uitvoerders van Gods straffende maatregelen tegen zijn volk Israël. Zo stuurde God de legers van Babylonië, om de Joden, de Israëlieten die in Judea en Jeruzalem woonden, te deporteren naar Babel.

Maar Israël had ook vele andere vijanden, meestal volken van rondom. Al die volken aasden regelmatig naar het grondgebied van Israël. Steeds weer zorgde God er echter voor dat die vijanden verslagen werden. Want ondanks hun weglopen bij Hem, bleef Hij toch van dat volk houden, het bleef zijn lieveling, zoals we in de Psalmen kunnen lezen. Al in Bijbelse tijden spanden die vijandige volken samen om Israël aan te vallen. Daarmee lijkt Psalm 83 wel alsof het gisteren geschreven is:

(2) God, houd u niet stil, zwijg niet, God, zie niet lijdzaam toe. (3) Uw vijanden roeren zich, trots heffen uw haters het hoofd. (4) Tegen uw volk smeden zij een complot, ze spannen tegen uw lieveling samen (5) en zeggen: ‘Kom, wij verdelgen dit volk, Israëls naam wordt nooit meer genoemd.’ (6) Zij hebben samen plannen gesmeed en zich tegen U verenigd: (7) de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de zonen van Hagar, (8) Gebal en Ammon en Amalek, Filistea en de bewoners van Tyrus. (9) Zelfs Assyrië heeft zich aangesloten en de hand gereikt aan de zonen van Lot.

Vanaf vers 10 gaat het over hoe God met die vijanden zou moeten omgaan. Toch laat de dichter weten dat de bedoeling altijd is om die andere volken te laten beseffen dat er met de God van Israël niet te sollen valt.

De terugkeer van Israël

Zo’n 1900 jaar geleden werden de Joden van Israël door de Romeinse bezetters gedeporteerd, verkocht en op de vlucht gedreven. Israël werd een leeg land, dat de Romeinen toevoegden aan hun provincie Syrië. God had zo’n 1900 jaar eerder al gewaarschuwd dat dit ooit zou gebeuren. Maar ook liet God in de Bijbel opschrijven dat het volk op een dag weer zou wonen in het land dat God ooit aan hen beloofd had.

We zijn in onze tijd al jarenlang getuige van de wederopstanding van Israël. Israël is weer het land waar de Joden een thuis hebben gevonden. Ooit zullen alle Joden wonen in het land dat God aan hen beloofd heeft.

De volken van Psalm 83

Maar als we kijken naar de situatie in het Midden-Oosten, naar de situatie rondom Israël, dan lijkt het wel alsof Psalm 83 betrekking heeft op de situatie van vandaag. Deze Psalm heeft dan ook een profetische betekenis. Kijk maar eens naar de volken die genoemd worden:

Edom en de Ismaëlieten, Moab, Gebal en Ammon en Amalek, Filistea en Tyrus. Zelfs Assyrië…

Al die oude volken vinden we vandaag terug in de landen rondom Israël. Edom is het volk dat afstamt van Ezau en vinden we terug in zuidelijk Jordanië en noordelijk Saoedi-Arabië. De Ismaëlieten stammen af van Ismaël, een zoon van Abraham en zijn bijvrouw Hagar, maar niet volgens Gods belofte. Daarom werden de nakomelingen van Ismaël vijanden van Israël. Van Ismaël stammen de Arabieren af. Moab, Gebal en Ammon bevinden zich alle in westelijk Jordanië. Filistea zou je kunnen identificeren met de Gazastrook en Tyrus met Libanon ofwel met Hezbollah. Het Assyrische Rijk was vroeger het enorme gebied van pakweg Libanon, Syrië, Irak, Jordanië, zuidelijk Turkije en westelijk Iran. Maar dat rijk is nog groter geweest en uiteindelijk vergaan. Toch was Assyrië een grote vijand van Israël, waarbij het een groot deel van de bevolking van Israël gedood en gedeporteerd heeft. Ook dat gebeurde als straf van God voor het verbroken verbond.

Alsof het gisteren geschreven is

Je kunt zo eenvoudig nagaan dat de volken die in deze Psalm genoemd worden, vandaag allemaal nog steeds rondom Israël wonen. Weliswaar zijn de volken samengevoegd tot landen en zijn ze tegenwoordig wat moeilijker te herkennen, maar toch. Al die volken zijn islamitisch en al die volken houden nog steeds vast aan een ongekende haat tegen Israël. Die haat is de demonische geest van Amalek.

De oude Psalm 83 is daarmee bijzonder actueel geworden. Want voordat de dichter de volken bij name noemt, zegt hij al dat ze vijanden van God zijn: ‘Uw vijanden’ en ‘Uw haters’.

Uw vijanden roeren zich, trots heffen uw haters het hoofd. Tegen uw volk smeden zij een complot, ze spannen tegen uw lieveling samen en zeggen: ‘Kom, wij verdelgen dit volk, Israëls naam wordt nooit meer genoemd.’

Al die vijanden haten de God van Israël. Al die volken samen smeden een complot tegen Gods ‘lieveling’, tegen zijn volk Israël. De islam is hun drijfveer. Ze roepen dat ze dit volk willen verdelgen, dat de naam Israël nooit meer genoemd zal worden. Het is een variant op ‘from te river to the sea, Palestine will be free’.

Al die haters in al die landen en volken hangen de islam, de religie van Amalek aan. Het is de religie van Gods grote tegenstander. Bijna dagelijks horen we van plannen die gesmeed worden om Israël te treffen. Overal horen we demonstranten roepen dat de wereld moet meehelpen om Palestina te bevrijden. Vooral vanuit Iran, Libanon en de Gazastrook komen die oproepen, terwijl ook Syrië en Irak onder controle van Iran (en van Rusland) staan.

Maar ook vandaag is Israël nog steeds Gods lieveling en wordt het volk door Hem beschermd. Zo heeft deze Psalm 83 een profetische lading gekregen, die vandaag uiterst actueel blijkt te zijn!

Gepubliceerd 13 augustus 2024